Bali: de aankomst

Noosh-e-Jaan

Terwijl mijn vader vertelt over hun vlucht, zit mijn zusje Anne te seinen dat mijn shirt klaar is voor de vuilnisbak. Ik heb een arm om mijn moeder heengeslagen en neem nog een hap van de zoete martabak die voor ons staat. Af en toe stop ik met luisteren naar mijn vaders verhaal en probeer te bevatten waar ik ben. Vanochtend zat ik nog voor mijn tentje in een Javaans rijstveld, alsof het een normale dag zou worden. Ik fietste richting de veerboot naar Bali en stond er nauwelijks bij stil dat dit de laatste slagen van mijn fietsreis waren. Na twee en een half jaar, 32 landen en 33.000 kilometer was het einddoel bereikt en stond mijn familie op de kade te wachten om dit moment met mij te vieren.

Nu we hier samen zitten, denk ik terug aan al die momenten dat ik deel mocht uitmaken van het familieleven op plekken die eerder alleen maar in mijn fantasie bestonden. Ik ben met open blik en zonder verwachtingen de wereld in gefietst, ben rustig alle uitdagingen aangegaan en heb ontdekt dat mensen, omstandigheden en geluk vanzelf komen en even moeiteloos weer gaan. Hierdoor voel ik me licht en veerkrachtig en heb ik een diep vertrouwen gekregen in mezelf en de ‘grote boze wereld’. Ik voel me bevoorrecht dat ik haar heb mogen ervaren zoals ze is: zacht en rauw, goed en kwaad, eerlijk en wreed, in al haar tinten en verschijningen. Ik zat om tafel met monniken, moordenaars, miljonairs en daklozen. Deze reis heeft de wereld complexer voor me gemaakt, maar bracht haar ook veel dichterbij. Voorbij de waan van de dag, media, oorlog, politiek en geloof. Als ik terugkijk naar al die landen, zie ik vooral gewoon mensen, normale mensen die samen komen om hun houten tafel, waar ter wereld die ook mag staan.

Mijn houten tafel staat vandaag hier, op dit Balinese terrasje, en eindelijk met mijn eigen familie. We genieten van het vertrouwde gezelschap en de feestelijke martabak met pinda’s, chocola en kaas, als waardig alternatief voor Hollandse appeltaart. Ik loop rond de tafel om mijn vader een knuffel te geven en Anne, verdiend, de kieteldood. Tot mijn moeder lachend vraagt of we op willen houden met klieren en het lijkt of er geen dag verstreken is sinds we elkaar voor het laatst zagen. Vandaag ben ik even niet de grote wereldreiziger, de vreemdeling of vagebond, maar gewoon en alleen mezelf.

‘Is dit dan het einde van het avontuur?’, vraag ik me af. Ik ben nog lang niet klaar om terug naar huis te gaan, voor zover het begrip thuis nog betekenis heeft. Bali voelt als een pitstop, geen eindpunt. Daarom vlieg ik volgende week naar Vietnam. Want al laat ik de fiets even binnen staan, ik ben nog lang niet klaar met Azië. Saigon wacht, nieuwe vrienden wachten, nieuwe wegen en avonturen. Onbezwaard, met open vizier en met de wereld aan mijn voeten.

Martabak manis

Experimenteer gerust met verschillende soorten vulling. In Indonesië eten ze dit populaire fusiondessert graag met geroosterde pinda’s, hagelslag, gecondenseerde melk en kaas!

Ingrediënten voor 4 personen

350 ml kokosmelk|75 g suiker|2 g droge gist|250 g bloem, gezeefd|20 g tapiocameel (of maizena)|1 mespuntje zout|2 eieren|0.5 tl baking soda (of iets meer dan 1 tl bakpoeder)|2,5 el roomboter|geroosterde pinda’s, grofgehakt|hagelslag (of geraspte chocola)|jonge kaas, geraspt| gecondenseerde melk|

  1. Verwarm de kokosmelk op middelhoog vuur tot het lauwwarm is. Zet vervolgens het vuur uit, roer er 50 g suiker en de gist doorheen en laat 10 min. rusten.
  2. Meng de bloem, tapiocameel en zout in een kom, maak een kuiltje en breek hier voorzichtig de eieren in. Klop de eieren zachtjes met een garde en meng langzaam met de bloem.
  3. Voeg vervolgens de kokosmelk toe en klop het mengsel met een garde of een mixer tot een glad beslag.
  4. Dek de kom af met een vochtige theedoek en laat 1 uur rusten op kamertemperatuur tot het beslag gerezen is en er kleine belletjes ontstaan.
  5. Meng 2 eetlepels water met de baking soda. Roer dit door het beslag en laat 5 min. rusten.
  6. Verwarm een hapjespan (koekenpan met hoge rand en deksel) met anti-aanbaklaag op laag vuur en spreid vervolgens het beslag 1 cm dik uit over de bodem van de pan. Bij een goede pan hoef je geen boter of olie te gebruiken.
  7. Smeer ook wat beslag langs de rand van de pan, zodat je een knapperige korst krijgt.
  8. Sluit de pan met een (liefst glazen) deksel en bak de martabak 8 tot 10 min. op laag vuur tot zich gaatjes vormen aan de bovenkant en het beslag droog is.
  9. Controleer voorzichtig met een spatel of de bodem mooi bruin is. Bestrooi vervolgens met 25 g suiker, doe het deksel terug op de pan en bak nog 5 min. op laag vuur.
  10. Zet het vuur uit en besmeer de bovenkant met 2 eetlepels boter. Bestrooi dan de helft van de cake rijkelijk met pinda’s, hagelslag, gecondenseerde melk en jonge kaas.
  11. Snijd de martabak doormidden en vouw de onbelegde helft over de belegde helft heen.
  12. Besmeer vervolgens de bovenkant met de rest van de boter.
  13. Snijd de martabak in stukken en serveer warm als dessert.