De hitsige chauffeur

Eigen werk

Ineens ligt er een hand op mijn knie. In Iran is dat niet zo vreemd als mannen onderling dus ik zie er geen kwaad in en brabbel rustig verder in mijn steenkolenperzisch. Tot mijn verbazing echter begint de harige hand omhoog te kruipen en vang ik een vreemde blik van mijn bestuurder die zojuist nog koranverzen zat te zingen. Kordaat pak ik de kruipende hand op bij de mouw en leg hem terug op het stuur. Dit feestje gaat niet door vriend. ‘Een kusje dan?’, smeekt de chauffeur als hij afremt. Ik proest het uit, bedank vriendelijk voor het ritje en stap uit. Reizend in traditioneel Iran kom ik erachter dat de seksuele moraal in het land soms wat verstoord is.

Mijn trouwe reispartner staat even in de garage van een vriend en al liftend trek ik langs de kust van de Kaspische Zee, genietend van het heerlijke weer, bergdorpjes en de natuur. Ik ervaar de weg op een nieuwe manier en ontmoet een heel ander slag mensen dan op de fiets. In mijn groengele jas ben ik nogal een opvallende verschijning en zolang ik mijn duim niet opsteek, het Iraanse equivalent van de middelvinger, is het vinden van een lift doodeenvoudig. De meeste chauffeurs zijn erg verbaasd over het concept liften, maar zijn vaak erg blij om een buitenlandse gast in hun Peykan of Zamyad te hebben. Het is een mooie gelegenheid om mijn Perzisch te oefenen en eens wat sneller vooruit te komen dan op de fiets.

Omdat het Westen wat onderlinge relaties betreft een flink aantal slagen vrijer is dan Iran, lijken sommige Iraanse mannen te denken dat dit automatisch betekent dat we amper een seksuele moraal hebben en zonder problemen met Jan-en-alleman het bed in duiken. Dit levert soms aparte gesprekken op. ‘Wil je soms ehh’. In vrij banale handgebaren maakt een volgende chauffeur duidelijk waar hij me mee naar toe wilt nemen. Ik bedank vriendelijk, maar hij begrijpt er duidelijk niets van. ‘Sex good, sex good’, herhaalt hij, terwijl hij zijn halve gebit bloot lacht. Veel vrachtwagenchauffeurs hebben merkbaar de cultuur van een schatje in elk stadje, want bijna elke trucker met wie ik lift denkt dat ik wel even op bezoek wil bij de lokale meisjes.

Het is in Iran erg moeilijk een persoon van het andere geslacht te ontmoeten. Vaak is het niet meer dan een stiekeme rendez-vous in het park, een vluchtige blik in het winkelcentrum en een eindeloze stroom aan sms’jes en Facebookberichten. Dit zijn relaties in Iran voor jongeren; tegengehouden door familiebanden en een strenge overheid. Je kan hier al opgepakt worden voor over straat lopen met iemand van het andere geslacht. Veel van mijn Iraanse vrienden hebben dit harde lesje in revolutionaire mores al op jonge leeftijd geleerd in verhoorkamertjes van de religieuze politie.

Wat sommige dingen betreft zijn Iraanse mannen net kleine kinderen. Ze weten werkelijk niet wat ze met een vrouw, en zeker een buitenlandse, aan moeten. Ik hoor het trieste verhaal van de 25-jarige Bahman (check) die nooit echt contact met een meisje heeft had. Gefrustreerd, onkundig en met een verknipt idee over buitenlandse meisjes gevoed door internationale muziekkanalen die hier stiekem binnenkomen via de satelliet en Youtube. Via gastvrijheidsnetwerk Couchsurfing slaapt er op een dag een Chinees meisje in zijn huis en midden in de nacht besluit Bahman dat dit het juiste moment is. Volledig onaangekondigd stort hij zich letterlijk op het nietsvermoedende meisje. Een groot drama volgt. Gelukkig leert de onbeholpen jongen zijn les en loopt het met een sisser af, maar het geeft goed de wanhoop en frustratie weer die leeft onder Iraanse jongens.

Volgens mijn seculiere vrienden komt de situatie door het enorme gat tussen de oude mores van de Koran en de wensen van de moderne mens. ‘Het is een boek vol prachtige principes, maar het is geschreven in het jaar… Tijden zijn veranderd, en de overheid zou met de tijd mee moeten gaan. Mijn religieuze vrienden zijn wat milder, maar ondanks dat de meesten van hen geen relaties aangaan voor het huwelijk vinden ook zij dat iedereen vrij zou moeten zijn in hun keuze.

Een kat in het nauw maakt rare sprongen, en de Iraniërs zijn bijzonder bekwaam in het ontglippen aan de ogen van de overheid. Gemixte dansfeestjes, afspraakjes en openbaar geflirt, ik zag het allemaal in Iran, maar wel altijd met een waakzaam oog of oor voor de religieuze politie. In Tabriz maak ik een dergelijke ontmoeting mee. Milad heeft een vriendinnetje dat wij gaan ontmoeten. Ik ga er van uit dat hij met het ontmoeten bedoelt dat ik kennis ga maken met het meisje, maar even later blijkt dat ook hij het beste meisje nooit heeft gezien. ‘Ik hoop dat ik haar erken van haar Facebookfoto’s’, zegt hij licht nerveus terwijl in eindeloze sms-spervuren wordt bepaald op welke straathoek op welk exact tijdstip we elkaar zien. Om 11.05 precies komen Milad, ik en het vriendinnetje samen. Het voelt haast als een drugsdeal, gedurende een minuut worden wat nerveuze woorden gewisseld. Het meisje is erg verlegen en Milad kijkt schichtig om zich heen. Ze weten ook niet erg goed wat ze tegen elkaar moeten zeggen, dus zelfs in de minuut dat we op die straathoek staan krijgen ze het voor elkaar een ongemakkelijke stilte te hebben. Dan is het over en lopen we snel verder. Ik snap er helemaal niks van.

De volgende dag lift ik samen met een Engelse naar de volgende bestemming. De eerste auto stopt meteen en Ali en zijn moeder zijn blij ons mee te nemen naar een kustplaats Ramsar. Vooral Ali lijkt bijzonder gelukkig dat we er zijn. Zo blij zelfs dat hij mij achter het stuur dwingt voor een klein navigatielesje in het jakkerende Iraanse verkeer, in het donker. Het gaat allemaal zo snel dat ik me nauwelijks verzet, maar het is wel even vermakelijk, tot ik de echte reden van het aanbod door krijg. Terwijl ik naast zijn moeder achter het stuur zit, is zoonlief achter mij begonnen met het betasten van mijn reisgenote. Zodra ik signalen van de achterbank krijg, gooi ik de auto vol in de rem. Ali schrikt, ik kijk hem vernietigend aan, maar ook vertwijfeld van hem naar zijn moeder. Het zal je zoon maar zijn, en wat een schaamteloosheid tegenover je eigen moeder. Na veel gezeur weten we Ali uiteindelijk af te schudden en zijn we weer een ervaring rijker. Ergens ben ik boos, maar ik heb vooral veel medelijden met de frustratie die jonge mannen als Ali ertoe drijft om zich zo te gedragen. Tijd voor een opleving van de Oud-Perzische vrijheid en romantiek?