Het machtsspel van Hun Sen

De honden van de premier zouden me verscheuren’

De Kanttekening

De Cambodjaanse Volkspartij kan alvast beginnen met slingers ophangen en ballonnen opblazen. Ook de catering kan besteld worden zonder annuleringsverzekering. De grote leider Hun Sen kan met zijn voetjes op tafel wachten op zijn volgende overwinning.

Het werk voor Hun Sen zit er bijna op. Na het opdoeken van de enige relevante oppositiepartij, het arresteren van zijn grootste tegenstander en het inperken van de persvrijheid is de Cambodjaanse premier klaar voor de verkiezingen van 29 juli dit jaar. Hoewel een aantal kleine partijen zich heeft ingeschreven, is er voor de langstzittende premier ter wereld weinig twijfel over wie er na de verkiezingen de scepter zwaait over het kleine koninkrijk.

Na ruim 30 jaar aan de macht te zijn geweest, lijkt de 65-jarige Hun Sen nog geen einde te zien van zijn loopbaan als premier. Waar zijn gezag ooit nog leunde op de stem van het Cambodjaanse volk, heeft hij zich de afgelopen jaren ontpopt tot alleenheerser met zijn eigen persoonlijke leger, gleed het land af naar ‘s werelds onderste gelederen van de persvrijheid en staan mensenrechten steeds lager op de agenda. In 2013 verklaarde hij het land te willen regeren tot zijn 74e, wat betekent dat hij nog zeker twee verkiezingsronden wil gaan winnen, en het lijkt erop dat er niemand is die hem van die ambitie zal weerhouden.

Hun Sen begon zijn carrière als commandant van de ultracommunistische Rode Khmer, maar vluchtte in 1977 met zijn soldaten naar Vietnam toen leider Pol Pot begon met zijn interne zuiveringsacties. Toen het Vietnamese leger het land een paar jaar later bevrijdde van de Rode Khmer diende Hun Sen als vicepremier en vanaf 1985 als premier in de door Vietnam gestuurde eenpartijstaat. Nadat de Vietnamezen vertrokken in 1989 speelde hij een belangrijke rol in de vredesbesprekingen van Parijs die het fundament legden voor de beëindiging van het geweld en het opbouwen van een nieuw, democratisch Cambodja.

Er leek hoop voor het straatarme land in de vroege jaren ’90. Het parlement functioneerde, de verkiezingen werden grotendeels eerlijk bevonden door internationale waarnemers en de economie van het land krabbelde op uit een diep dal. De uitslag van de verkiezingen van 1993 zorgde ervoor dat Hun Sen’s partij, de Cambodjaanse Volkspartij, de macht moest delen met rivaal FUNCINPEC. De wankele samenwerking die hieruit ontstond resulteerde in een staatsgreep door Hun Sen, die hem de positie gaf die hij sindsdien stevig in handen heeft. Sinds de verkiezingen van 1998 berichten internationale waarnemers en stichtingen als Human Rights Watch over oneerlijke verkiezingen vanwege intimidatie van oppositieleden, tegenwerking van eerlijke waarneming en controle van de media.

Hoewel Cambodja in naam een democratisch land is, controleert de partij van Hun Sen een groot deel van het leger, de politie en het rechtssysteem, wat ervoor zorgt dat de macht stevig in handen blijft van de partijleiding. Ook zijn de kansen voor oppositiepartijen de afgelopen jaren verslechterd door toenemend geweld naar oppositieleden en moordaanslagen op bekende politiek commentatoren, hulpverleners en activisten.

Voormalig journalist Tat Oudom kan meepraten over dit geweld. Als reporter voor onder andere de Engelstalige krant The Phnom Penh Post onthulde hij de waarheid over gevoelige thema’s als arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie en gedwongen landonteigening die hem internationale erkenning, maar ook gevaar voor eigen leven opleverde. Na een reeks bedreigingen en fysieke intimidatie door onbekende mannen in burger was voor hem de maat vol. ‘In dit politieke klimaat valt als journalist niet te werken. Als ik zo door ging, zouden de honden van de premier me verscheuren’, verzucht hij. Na een stormachtig eind van zijn journalistieke loopbaan begon hij zijn eigen camping en school in een dorpje aan de zuidkust. ‘Ik hou van mijn land en de mensen en probeer nu op een ander niveau de volgende generatie klaar te stomen om het heft in handen te nemen.’

Oudom gelooft niet dat er de komende jaren veel zal veranderen in de politieke arena van Cambodja. ‘Wie is er straks nog om de waarheid naar boven te brengen? De vergunning van radiostations die een kritisch geluid laten horen wordt ingetrokken en kranten die verhalen onthullen over misstanden in het land worden gesloten of overgenomen door vriendjes van Hun Sen.’ Volgens Oudom is de situatie vooral geëscaleerd sinds het succes van de oppositiepartij, de Cambodjaanse Nationale Reddings Partij (CNRP), in de verkiezingen van 2013. ‘Ondanks grootschalige verkiezingsfraude won de oppositie bijna evenveel zetels als Hun Sens partij. Sindsdien is zijn paranoïde machtsspel verergerd om te zorgen dat hij de aankomende verkiezingen niet gaat verliezen. Hiervoor heeft onze geliefde premier alles uit de kast getrokken’, zegt Oudom sarcastisch.

De grootste klap die de Cambodjaanse democratie te verduren heeft gekregen, is dat het land in feite veranderd is in een eenpartijstaat na de gedwongen ontbinding van de oppositiepartij CNRP. Het hooggerechtshof in de hoofdstad Phnom Penh verbood de partij op verdenking van corruptie en het beramen van een staatsgreep. Daarbij kregen meer dan honderd partijleden een vijfjarig verbod op politieke deelname en werd leider Kem Sokha gearresteerd en schuldig bevonden wegens verraad. Aangezien de president van het hooggerechtshof, Dith Munty, lid is van het meest exclusieve comité van de Cambodjaanse Volkspartij, stond er weinig in de weg van het vonnis. De CNRP weigerde in protest zelfs advocaten te sturen ter verdediging in wat volgens hen een schijnproces was.

Voormalig leider van de CNRP, Sam Rainsy, die naar Frankrijk vluchtte om vervolging in eigen land te voorkomen, roept zijn landgenoten op de verkiezingen te boycotten. Ook hebben de VS en EU hun steun voor de komende verkiezingen ingetrokken, evenals parlementsleden van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties, die de verkiezingen illegitiem noemen. Maar voor Hun Sen is dit geen probleem. Onder andere China, Rusland en Myanmar sturen waarnemers naar de verkiezingen en leveren financiële steun aan de overheid. Verschillende Cambodjaanse actiegroepen hebben geklaagd dat van het communistische China weinig te verwachten valt wat betreft het organiseren van eerlijke verkiezingen, maar de samenwerking tussen Hun Sen en China lijkt onomkeerbaar.

In het verleden lukte het de EU en Amerika nog om invloed uit te oefenen op het autoritaire regime van Hun Sen, maar tegenwoordig is het China die de toon bepaalt. Enorme investeringen en gunstige leningen vanuit Beijing vormen voor de Cambodjaanse regering een alternatieve inkomstenbron en een grote stimulans voor de nationale economie. Daarbij hangen er aan het Chinese steunpakket geen voorwaarden als democratisering of het verbeteren van de mensenrechten. Kortom, met China als steun in de rug is de tijd rijp voor Hun Sen om zijn dictatoriale droom ongestraft uit te laten komen.

In een rapport van weekblad The Economist, die jaarlijks de internationale democratie-index uitgeeft, zakte Cambodja naar plek 124 van de 167 landen. Ook mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch vreest dat democratie in Cambodja een snelle dood aan het sterven is. Regiomanager Brad Adams zegt dat Hun Sen bezig is met het ondermijnen van pluralisme, vrijheid van meningsuiting en alle mensenrechten waar in het Vredesverdrag van Parijs uit 1991 zo hard voor gevochten is. Hij roept de internationale gemeenschap op om een krachtige boodschap uit te sturen en te laten zien dat er serieuze economische, politieke en diplomatieke consequenties zullen zijn als hij zijn land laat afglijden naar een regelrechte dictatuur.

Ondanks zijn autoritaire ambities weet Hun Sen dat de steun van zijn onderdrukte volk zijn positie bepaalt. Zijn campagne voor deze verkiezing bestaat dan ook uit een offensief van charme, intimidatie en stemmenkoperij. Zo verschijnt hij in dorpen en fabrieken waar zijn campagneteam enveloppen met geld uitdeelt. De prijs voor een stem? 2,50 euro voor fabrieksmedewerkers en drie keer een betaling van 12,50 euro voor hele families om zich als partijlid te registreren en op de Cambodjaanse Volkspartij te stemmen. Veel andere keuze hebben ze toch niet meent minister van defensie Tea Banh, die, volgens de inmiddels opgedoekte krant The Cambodia Daily, dreigde de tanden van oppositieleden eruit te slaan als ze protesteren tegen de verkiezingsuitslag. ‘Verandering of aftreden gaat toch niet meer gebeuren,’ vervolgde de minister, ‘alsjeblieft mensen, stem gewoon voor de Cambodjaanse Volkspartij.’ Of zoals de leider het zelf verwoordde tijdens een toespraak op een universiteit: ‘niemand is in staat Hun Sen omver te werpen, behalve Hun Sen zelf.’

Ondanks de bedreigende sfeer rond de verkiezingen is taxichauffeur Nimol (46) niet verlegen om zijn mening te uiten. ‘Veel mensen zijn bang om zich op straat te laten horen. Er geldt tegenwoordig een samenscholingsverbod en daarnaast zijn ze bang om afgeluisterd te worden door agenten in burger. Maar ik niet’, roept Nimol luid, ‘als we onze mening niet meer kunnen uiten, dan doen we precies wat hij wil en worden we van die rijst etende robots, net als in China.’ Hij wijst op een van de vele hoogbouwprojecten in de hoofdstad Phnom Penh. ‘In ruil voor macht verkoopt hij ons mooie land aan Chinese projectontwikkelaars, laat hij hen al onze bossen kappen en de bodem leegtrekken. De torens schieten hier de grond uit, maar de winsten gaan naar China, het smeergeld naar Hun Sen en zijn vriendjes, maar wij blijven net zo arm als vroeger.’

De angst over de toekomst van het land zit ook de westerse expats dwars die zich vooral concentreren in de hoofdstad en aan de kust. Australische marketeer Kassandra (38) zegt tijdens de komende verkiezingen een lange vakantie te boeken. ‘Wie weet wat de overheid van plan is als er ongeregeldheden uitbreken. Tijdens de staatsgreep van 1997 kwamen er ook talloze mensen om het leven en hij heeft al meerdere malen uitgehaald naar de expatgemeenschap en ons verdacht van hulp aan de oppositie of zelfs het omverwerpen van het regime. Pure intimidatie, dus kies ik er liever voor te wachten tot het circus voorbij is.’ Tim geeft aan vooral te hopen op een wonder. ‘Er zijn nog altijd kleine partijen die oprecht het beste voor hebben met het land. Alleen zijn ze niet bekend bij het grote publiek, wordt hun campagne tegengehouden en werd zelfs een van hun leiders vermoord. Toch is het theoretisch mogelijk, maar zelfs dan is het maar de vraag of Hun Sen dit wonder laat gebeuren. Deze man is tot alles in staat.’

Ook Mory Sar, vicepresident van studentenorganisatie Het Cambodjaanse Jongeren Netwerk, hoopt op een wonder. Maar dan vooral het wonder van de lokale jeugd. ‘De jonge generatie moet alert en actief blijven’, zegt hij in een interview met radiostation Voice of America. ‘De grondwet zegt dat wij, Cambodjanen, de eigenaar van het land zijn. Dat betekent dat we ons werk moeten doen als eigenaar en ons democratisch recht uit moeten blijven oefenen. Dit begint thuis, in onze gemeenschap en op grassrootsniveau.’

Maar of het wonder van de Cambodjaanse jeugd en de kleine politieke partijen deze verkiezingen uit de verf komt is twijfelachtig volgens professor Sorpong Peou, expert in politiek en veiligheid in Cambodja. In een interview met politiek tijdschrift The Diplomat zegt hij dat er mogelijk protesten uit zullen breken, maar dat een verenigde oppositie zwak is en dat de overheid er alles aan zal doen om niet te verliezen. ‘De Cambodjaanse Volkspartij kan het zich niet veroorloven om te verliezen, want verliezen in Cambodja betekent het einde. Hun Sen en zijn partij zullen niet vallen zonder eerst te vechten tot de dood, dat is de grote tragiek van Cambodja.’