Mijn nieuwe leven in Saigon

Genoeg

‘One more time, teacher!’ Mijn favoriete studentje Sun staat driftig te springen langs de verlaten landweg in de Mekong Delta, ten zuiden van Ho Chi Minhstad. Een vrachtwagen nadert in de verte. We stappen onder de schaduw van onze boom vandaan en laten enthousiast zwaaiend weten dat we mee willen rijden. Hoewel liften een buitenaards begrip is in Vietnam, stopt de chauffeur en gooit de deur voor ons open. In mijn steenkolenvietnamees, ondersteund door de 5-jarige Sun, leggen we uit dat we een liftwedstrijdje doen met de andere kids. Het lijkt erop dat we gaan winnen.

Na mijn fietsreis van Zwolle naar Bali was ik vastberaden om in Azië te blijven. Ik kon toch niet zomaar op het vliegtuig naar huis stappen en verder gaan met mijn Nederlandse leventje? Want wat is thuis eigenlijk als je al zo lang van huis bent?

In elk geval was het tijd om neer te strijken en de fiets even te laten staan. Zonder een vastomlijnd plan vloog ik naar Saigon, een stad met 12 miljoen mensen, zeeën van brommers en een bruisend straatleven, en in de grote economische omwenteling ook een stad van energie, ontwikkeling en dromen. Alsof er een goudkoorts heerst, komen mensen van heide en ver af op deze vrolijke, lichtzinnige en snelle metropool. Een van de goudmijnen is het lesgeven.

De overgang van fietsreiziger naar klassenleraar tussen vier muren vond ik toch wat ingrijpend na al die vogelvrije jaren. Gelukkig ontmoette ik Minh, een Vietnamese vrouw met een vooruitstrevende visie op educatie. Na wat passen en meten vonden we de perfecte niche die past bij onze denkbeelden en levensstijl. Tegenwoordig gaan we kamperen met kinderen van 4 tot 9 jaar, trekken we door de jungle, staan tot onze knieën in de modder van de rijstvelden en leer ik ze tussendoor een paar woordjes Engels. Zo sta ik dus met Sun te liften in de Mekong Delta. Wie het eerst in het mangrovebos is, heeft gewonnen. We ‘high fiven’ elkaar en de chauffeur, we staan op kop!

Het is een hele ervaring om weer gesetteld te leven. In plaats van twee T-shirts in een stoffige fietstas heb ik nu een heuse kledingkast, een uitgeruste keuken in plaats van mijn benzinebrandertje, een wasmachine in plaats van de rivier of een kraantje bij het tankstation en airconditioning voor als het echt te heet is. Wonen hier is ook een kans om ergens langer te verblijven in plaats van er als buitenstaander doorheen te reizen. Ik leer wat Vietnamees, heb een aantal huiskamerrestaurantjes waar ik het liefst kom en koop mijn groente en fruit bij lieve omaatjes op de markt.

Azië heeft veel te bieden als je openstaat voor haar lessen. Ik leer tijd te nemen en observeer mensen die met gemak anderhalf uur over een kopje koffie doen. Ook je geduld wordt hier op de proef gesteld, want niks gaat zoals gepland. Als je bij de fietsenmaker afspreekt dat je fiets om 14.00 gerepareerd is en je komt om 15.00, dan zijn ze nog niet eens begonnen. Dan is het een kwestie van lachen, je eraan overgeven en lekker gaan zitten op een plastic krukje tot het klaar is. Het is ook heerlijk om me een weg te banen door de eindeloze stratenzee, waar elk buurtje weer zijn eigen specialiteit heeft. Hier geen Primark, Mediamarkt en AH XL. Je moet gewoon weten waar het kantoormeubelgilde is, de schoenwinkelstraat en de  gereedschapswijk. Het is een nieuwe wereld met nieuwe regels.

De komende tijd neem ik een diepere duik in het Vietnamese leven. Toch weet ik stiekem dat mijn reislust maar tijdelijk te bedwingen is, omgeven door zulke spannende landen die schreeuwen om ontdekt te worden. India lonkt. De reis is nog niet voorbij.