Nagorno-Karabach: granaatappels in Aghdam

Noosh-e-Jaan

Langzaam, bijna sluipend, loop ik door de ruïnes van de stad. Alsof mijn voetstappen een soort verboden stilte doorbreken. Ben ik hier echt alleen? Een theepot, een ingezakt bed en een afbladderend houten tafeltje zijn de enige overblijfselen van het weggevaagde Azerbeijdzjaanse familieleven. Oorlog verdreef deze families zo’n 20 jaar geleden uit hun huizen. Hun stad Aghdam werd uit wraak verwoest en haar dode ziel bleef achter in de vorm van gerafeld beton. Ik ben beland in Nagorno-Karabach, vlakbij het front met Azerbeidzjan en ik mag hier absoluut niet zijn.

Tussen Armenië en Azerbeidzjan liggen de bergen van Nagorno-Karabach, van oudsher bewoond door Armenen. Toch gaven de Sovjets het hele gebied aan de Azerbeidzjanen, die in de omliggende laaglanden woonden. Dit vormde de aanleiding voor een bloedige oorlog die de Armenen in 1994 heer en meester maakte over de bergen. Het laagland werd ook ingenomen als bufferzone en uit wraak werden alle dorpen en steden kapotgeschoten. Slechts weinig landen erkennen de Armeense overname en de wapenstilstand is fragiel. Ik schrik dan ook op als ik beweging zie achter de woekerende granaatappelstruiken naast me. Zou ik betrapt zijn?

Gelukkig zijn het geen soldaten, maar is het automonteur Avak. We verbazen ons beiden over wat de ander hier doet, maar hij beslist snel dat ik zijn gast ben in het provisorische hutje van hem en zijn vrienden tussen de ruïnes. Avak vertelt dat er in totaal zo’n honderd Armenen wonen tussen het puin van Aghdam, een stad waar ooit 40.000 Azerbeidzjanen leefden. Elektriciteit, stromend water en gas ontbreken, dus stoken de puinpioniers een houtkacheltje op en verlichten ze een zwak peertje via de accu van een auto. Verder staan overal kaarsjes. Gebogen zittend op de rand van een oud stapelbed eten we taai brood, verse granaatappels en een frisse bulgursalade met groenten die, zoals overal in dit gebied, smaken alsof ze uit de hemel zijn komen vallen. Al snel dommel ik weg, moe van alle indrukken. Ik word toegedekt met een soort paardendeken en val in slaap.

De volgende morgen loop ik met Avak naar het enige gebouw in de stad dat nog overeind staat: de Perzische moskee. De Armenen wilden blijkbaar geen ruzie met Iran. We nemen de wenteltrap omhoog en boven aangekomen word ik geconfronteerd met een bizar panorama. Een tweede Hiroshima is teveel gezegd, maar het is heftig om een stad van dit formaat te zien met totaal vernielde torenflats, bazaars en woonwijken. De vernietiging is zo secuur en systematisch uitgevoerd dat het eng is. Ze willen echt dat de Azerbeidzjanen nooit meer terugkomen. Avak staat onbewogen naast me. Voor hem is dit dagelijkse kost. Tijdens mijn tocht door Nagorno-Karabach ontmoette ik de meest zachte en gastvrije mensen en merkte weinig van haat of oorlogszucht. Maar als ik ernaar vraag, verandert er iets in hun blik. Ze zijn klaar voor de strijd.

Bulgursalade uit Nagorno-Karabach

Ga in dit recept voor smaakvolle paprika en rijpe tomaten en proef het verschil.

Ingrediënten voor 4 personen

225 g grove bulgur|2 el olijfolie|1 ui, fijngehakt|0,5 el paprikapoeder|0,5 el rode pepervlokken|1,5 tl komijnzaad|1 groene paprika, in blokjes|2 grote tomaten, in blokjes|1 el tomatenpuree|20 g verse peterselie, fijngehakt|4 stengels lente-ui, fijngehakt|1,5 el citroensap|zout en peper|6 el granaatappelpitjes|harissa of andere chilipasta|

  1. Meng de bulgur met 500 ml kokend water in een kom. Zet zo’n 20 min. apart tot de bulgur gaar is en laat uitlekken in een zeef.
  2. Verwarm de olie in een flinke koekenpan en fruit de ui op laag vuur tot deze zacht en goudbruin is.
  3. Fruit paprikapoeder, rode pepervlokken en komijn kort mee met de ui en voeg dan paprika, tomaat en tomatenpuree toe. Bak dit 10 min. al roerend door.
  4. Voeg al roerend de gare bulgur toe en haal van het vuur.
  5. Roer de peterselie, lente-ui, citroensap, zout en peper door de bulgur en voeg pittige harissa en toe naar smaak.
  6. Garneer met granaatappelpitjes en serveer koud bij een barbecue of warm als wintersalade, of met Georgische auberginerolletjes en Armeense gehaktballetjes (pagina 40 en 44) voor een echte Kaukasische maaltijd.