Opmars van de salafisten

De Kanttekening

Geboren in de Arabische woestijn in de 18e eeuw, grootgebracht aan het Saoedische hof en en met oliedollars de wereld over gestuurd vanaf de jaren zeventig. Het wahabisme en salafisme, twee ultra-orthodoxe stromingen binnen de islam hebben in zowel de moslim,- als niet-moslimwereld veel stof op doen waaien.

Ondanks pogingen van de Islamitische Staat (IS) en Al-Qaeda om voet aan de grond te krijgen in India hebben de 200 miljoen moslims zich standvastig buiten de greep van jihadistische islam gehouden. Toch sijpelt het fundamentalistische gedachtegoed langzaam de gemeenschap in en worden er met een enorme geldstroom uit Saoedi-Arabië moskeeën en koranscholen uit de grond gestampt. Deze hebben als doel om de traditionele islam te vervangen door het strenge salafisme. Hierdoor komt er druk te staan op de milde mainstream islam en worden Indiase moslims steeds vaker als afvalligen bestempeld.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ondanks dat salafisten slechts 5 procent van alle moslims uitmaken, dringen zij zich op het wereldtoneel steeds verder naar de voorgrond als vertegenwoordigers van de islam. De afgelopen decennia overspoelde Saoedisch geld en salafistisch gedachtegoed de wereld en ontstond er conflict tussen het puriteinse salafisme en de traditionele vormen van islam in landen als India. Deze enorme geldstroom en invloed overweldigde de mildere en minder georganiseerde moslimgemeenschap waardoor het evenwicht in religieuze opvattingen verschoof richting het salafisme en dit steeds meer wordt gezien als de correcte standaard voor het geloof.

Sinds de Indiase politie in 2016 meldde dat 50 jongeren naar Syrië en Irak waren afgereisd om zich bij IS aan te sluiten is de term salafisme een trend geworden in de Indiase media en maakt ook de overheid zich zorgen om de jihadistische neigingen van enkele salafistische groepen.

Islam in India

Net als alle geloofsvormen in India is de islam divers en streekgebonden. Van de mystieke, esoterische soefi’s tot de welvarende shi’ietische handelaarsfamilies in grote steden en van de soennietische koekenbakkerskaste tot de de barelvi’s, waar het grootste deel van de Indiase moslims toe behoort. Deze barelvi’s staan voor een persoonlijke band met Allah en de profeet Mohammed. Hun geloof wordt gezien als een synthese van de sharia met soefi-praktijken zoals verering van heiligen. Hierdoor worden de barelvi-moslims vaak soefi genoemd. Binnen al deze bewegingen bestaan elementen van de volksislam, met invloeden uit het soefisme, lokale cultuur of zelfs het hindoeisme. Enkele voorbeelden hiervan zijn het geloof in magie, de heilzame kracht van amuletten en de verering van heiligen en graftombes.

Zowel soefisme als de diverse vormen van volksislam zijn een doorn in het oog van de Indiase salafisten, die deze gebruiken zien als heidens en onislamitisch. In de afgelopen jaren hebben de salafisten zich steeds agressiever opgesteld tegen het soefisme en zijn er door heel India soefi-grafmonumenten in vlammen opgegaan.

Wat is salafisme?

Eind achtiende eeuw vormde de controversiële predikant Mohammed ibn Abdul-Wahhab een pact met lokale krijgsheer Mohammed bin Saoed om Saoedi-Arabië te onderwerpen aan hun religieuze en politieke gezag. Dit pact zorgde voor een machtig Saoedisch koningshuis en maakte Wahhab’s aartsconservatieve doctrine de dominante staatsreligie in het land. Aanhangers noemen hun interpretatie van het geloof salafisme, vernoemd naar de zogenaamde salaf al-salih, de eerste drie generaties moslims tijdens en na het leven van de profeet Mohammed.

Zoals veel puriteinse en fundamentalistische stromingen is het salafisme erop gericht om terug te gaan naar de oorsprong van het geloof, maar doet dit op een wijze die agressief is naar hun eigen geloofsgenoten en andersgelovigen. Salafisten houden zich vast aan een letterlijke interpretatie van de Koran waardoor ze amper dialoog en interpretatie tolereren. Zo riep Abdul-Wahhab op tot het verbannen van alle innovaties die na de zevende eeuw zijn ontstaan in de islamitische wereld zoals verering van personen, grafstenen, beeldjes en kunstwerken. Wahabieten en salafisten verbieden roken, muziek, het scheren van baarden, grof taalgebruik, gebedskransen, verjaardagen en leggen vrouwen strenge leefregels en kledingvoorschriften op. Daarnaast is het verboden een van de vijf voorgeschreven gebedsmomenten te missen en beschouwen ze mensen die hun vorm van islam niet beoefenen, inclusief andere moslims, als afvalligen, heidenen en vijanden.

Het voornaamste verschil tussen wahabisme en salafisme is dat het wahabisme specifiek uit Abdul-Wahhab’s Saoedi-Arabië afkomstig is, terwijl het salafisme een bredere stroom is van puriteinse en hervormingsgerichte bewegingen die op verschillende plaatsen in de moslimwereld zijn ontstaan. Daarom kan gezegd worden dat alle wahabieten salafist zijn, maar dat niet alle salafisten wahabiet zijn.

De meeste salafisten behoren tot de stille of puristische groep die inmenging in politiek als afleiding zien van hun geloof. Daarnaast bestaat er een kleinere groep activisten die zich wel in politiek mengt om haar doelen te bereiken en tot slotte zijn er de paar procent jihadisten, waaronder IS en Al-Qaeda, die pleiten voor gewapende strijd om islam terug te brengen naar wat zij zien als de bron.

Nagenoeg alle moslims verwerpen de salafistische kijk op islam en bestempelen hen als een fanatieke, intolerante sekte die verdeeldheid zaait binnen de moslimgemeenschap en een broedkamer vormt voor terrorisme in naam van het geloof. Desondanks nam de legitimiteit van de salafisten in de vorige eeuw toe en vonden zij aansluiting bij islamitische wederopstandingsbewegingen buiten het Midden-Oosten.

Opkomst

De twintigste eeuw bracht grote en radicale veranderingen in de moslimwereld. Oude machtscentra als het Ottomaanse rijk stortten in en er volgde een clash met de moderne, westerse wereld. De moderniteit introduceerde nationalisme en secularisatie in de traditionele islamitische gemeenschappen, waardoor de oude machtsverhoudingen en rechtspraak begonnen te wankelen. Deze snel veranderende wereld bracht een sentiment voort waarin mensen naar veiligheid zochten in traditionele waarden en hun geloof. Ook in India zorgden vergelijkbare gebeurtenissen ervoor dat moslimorganisaties zochten naar een pure vorm van islam. Hierdoor hadden de Arabische missionarissen veel aanzien en geloofwaardigheid toen zij het salafisme kwamen preken, gekleed in traditioneel Arabisch gewaad en afkomstig uit het land van de profeet.

Tijdens de oliecrisis in 1973 werd Saoedi-Arabië plotseling schatrijk door de sterk verhoogde olieprijs. Met hun nieuwe rijkdom begonnen wahabieten de wereld te overspoelen met donaties, gericht op het vervangen van de progressieve islam in landen als India, Syrië, Libanon, Irak en Algerije door de starre islam van Abdul-Wahhab. Al snel bedroegen deze donaties een geschatte negentig procent van de uitgaven van de gehele moslimwereld. Zo werd alleen in landen zonder moslimmeerderheid sinds de oliecrisis al 70 miljard euro uitgegeven aan de verspreiding van het wahabisme. Met dit geld werden ruim 200 islamitische universiteiten, 210 islamitische centra, 1500 moskeeën en 2000 koranscholen gebouwd en sponsorde Saoedi-Arabië boekpublicaties, studiebeurzen en subsidies aan journalisten, academici en islamitische geleerden. Deze centra, scholen en donaties volgden de Wahhab’s fundamentalistische  koers en vormden een wereldwijd salafistisch netwerk van Soedan tot India en Zuidoost-Azië.

Salafisme in India

Van oudsher zijn salafistische bewegingen in India tolerant in hun uitingen en veruit de meeste Indiase salafisten houden zich ver van politiek en kritiek op andersdenkenden. Toch zijn er de afgelopen jaren sektarische spanningen ontstaan tussen de salafisten en de rest van de islamitische gemeenschap. Dit wordt toegeschreven aan het Saoedische new age-salafisme dat meer puriteins en agressief is dan de gevestigde hervormingsbewegingen.

Volgens WikiLeaks-documenten, gepubliceerd door The New York Times, zien Saoedische financiers India als een sektarisch slagveld, waar spanningen tussen hindoes en moslims gebruikt kunnen worden om hun aanhang te vergroten. Volgens de krant houden veel van deze gefinancierde organisaties braaf hun apolitieke facade op, maar volgen ze klakkeloos de toon van hun radicale weldoeners waardoor het salafisme steeds meer invloed krijgt op de Indiase islam. ‘En’, stelt het artikel, ‘wanneer een radicale minderheid steeds meer de toon bepaalt, wordt de alledaagse religie van het gewone volk steeds meer gezien als ketterij.’

De boodschap dat het zondig is om vreedzaam samen te leven met andersgelovigen is volgens journalist Nabeel Hassan het gevaarlijkst aan dit new age-salafisme. ‘Ondanks dat salafistische organisaties hier geen openbare uitspraken over doen zijn er interne groepen erg actief op dit front, worden er klassen georganiseerd voor dorpelingen over de ware islam en worden kinderen op salafistische koranscholen gehersenspoeld met de nieuwe doctrine die hen vertelt dat ze nooit geaccepteerd zullen worden door hun hindoebroeders.’

Boerka’s en baarden

In de zuidelijke staat Kerala wint het salafisme het snelst aan kracht. Dit komt deels door de miljoenen jongeren uit Kerala die wonen en werken in Saoedi-Arabië en andere Golfstaten. Indiërs maken inmiddels tien procent uit van de bevolking in Saoedi-Arabië, twintig procent in Oman en meer dan een kwart in de Verenigde Arabische Emiraten. De immigranten namen de nieuwe, Arabische islam mee terug naar India en nodigden salafistische organisaties uit om moskeeën en koranscholen op te zetten. De regering van Oman uitte reeds haar zorgen over de toenemende radicalisering van duizenden gastarbeiders uit India binnen haar grenzen.

Een andere reden voor het success van de salafisten is het stijgende opleidingsniveau, met name in de welvarende staat Kerala. Hierdoor kijken jongeren steeds kritischer naar hun eigen gebruiken en rituelen en associëren veel van hen de heiligenverering en andere invloeden vanuit de volksislam als bijgeloof van arme en laagopgeleide moslims. Dit betekent niet dat deze jongeren zich massaal aansluiten bij de jihadistische wahabieten, maar wel dat veel van hen zich aangetrokken voelen tot de pure en radicale boodschap van de salafisten.

Daarnaast heeft het heersende hindoenationalisme moslims tot tweederangsburgers gemaakt, waardoor veel jonge moslims weinig vertrouwen hebben in hun maatschappij en buiten de grenzen inspiratie en vertrouwen zoeken. Dit vinden zij in de Arabische wereld, hetgeen in Kerala goed zichtbaar is. Van de luxe Riyad Mall, vernoemd naar de Saoedische hoofdstad, tot populaire Arabische restaurants en islamitische banken. ‘Toen ik jong was maakten we grapjes over de statige Arabieren die we hier af en toe zagen als toerist’, vertelt dokter Salima (42) uit Kerala. ‘Nu lopen onze eigen buren er zo bij, sturen ze hun kinderen naar de Golfstaten om te werken en zien we hen terugkomen als halve Arabier. Het lijkt erop dat de rijke Saoedische moslim een nieuw rolmodel is geworden, een soort baken van trots voor de Indiase moslim.’

De afgelopen jaren is de dresscode onder moslims in Kerala drastisch veranderd en dragen steeds meer jonge mannen Arabische gewaden en lange baarden en kiezen vrouwen er vaker voor het gehele lichaam en gezicht te bedekken, ondanks dat dit traditioneel ongebruikelijk was onder Zuid-Indiase moslims. Toch laten niet alle moslims zich de les lezen door de fanatieke salafisten. ‘Mijn 72-jarige moeder is een van de meest vrome mensen die ik ken’, vertelt winkelier Jalil (45) uit Kerala. ‘Maar geloof is voor haar een strikt persoonlijke aangelegenheid en het belemmert haar niet om elke dag op bezoek te gaan bij onze christelijke buurvrouw. Ze bidt vijf keer per dag en vindt het fijn in het weekend naar het grafmonument van een soefimeester te gaan. Waarom zou je zulke mensen gaan vertellen dat ze afgedwaald zijn van het echte geloof? Wie zijn deze mannen om dat te beweren twijfel te zaaien in het hart van simpele vrome mensen?’

Maatschappelijke positie

De Indiase regering hield zich na de onafhankelijkheid angstvallig buiten de zaken van de moslimgemeenschap uit vrees voor etnische spanningen. Terwijl zij de andere kant op keken, stroomden de oliedollars en missionarissen het land in om een nieuwe vorm van islam te introduceren in het land. Inmiddels telt India een geschatte 20 to 30 miljoen salafisten.

Ook leiders van de moslimgemeenschap zelf hebben hun achterban weggehouden uit de nationale politiek en worden er door socioloog Ramashray Upadyay van beschuldigd zich bewust af te hebben gezonderd van de maatschappij. ‘Indiase moslims leven al jaren in de marge. Van de 200 miljoen Indiase moslims behoort 85 procent tot de achtergestelde kasten of de zogenaamde tribal muslims. Hun zwakke maatschappelijke positie en gebrek aan eenheid zorgen ervoor dat leiderschap ontbreekt om zich collectief te verzetten tegen radicalisering. Daarnaast verwerpen veel orthodoxe moslimleiders het concept van een seculiere democratie, alsmede dat het succes van een moderne democratie ligt bij het individu en niet bij een stille geïsoleerde massa.’

Imam Faïs (56) van de Jumamoskee in Valat, Kerala is hoopvol. ‘Ondanks bekeringspogingen van radicale groeperingen, onze relatieve armoede en zwakke positie, hebben Indiase moslims veerkracht getoond en de oproepen van fanatici tot op heden grotendeels weten te negeren. Daarom hopen we allemaal dat Modi zijn woord nakomt en gaat werken aan een inclusief India dat staat voor Gandhi’s pluralisme waarin ieders geloof iets is tussen hem en God en niemand anders.’