Thailand: brandalarm

Noosh-e-Jaan

Mijn sandalen hangen met plakband aan elkaar, mijn tent en kookstel zijn kapot en zojuist weigerde de bank elke transactie. Met slechts een paar verfrommelde biljetten in mijn portemonnee is het duidelijk; Thailand heeft mij failliet verklaard, ik ben hartstikke blut en moet me redden met een schamele dollar per dag tot de volgende financiële injectie over 2 weken.

Het vreemde is dat het me niet lukt om onder de indruk te zijn van de situatie. Ik heb rijst in mijn fietstas, maak vuurtjes om te koken, slaap in kloosters of hang mijn klamboe op onder een afdakje in het rijstveld. Gisteren liep ik ’s ochtends blootsvoets over het platteland met Thaise monniken om bij de boeren eten te collecteren voor de tempel en roosterde ik ‘s avonds sprinkhanen met de kinderen uit het dorp. Ik rijd door een uitgestrekt bos langs de Mekong, benieuwd wat er deze middag op mijn pad gaat komen.

Het is snikheet en ik heb honger. Ik zie er nu al tegenop om een vuurtje te maken terwijl alles wat kruipt, steekt en vliegt zich op mijn bezwete lijf stort, maar ik heb weinig keuze. Alleen moet ik eerst mijn waterfles bijvullen, dus sla ik af richting een paar huisjes in het bos.

Een groep mannen zit op een bamboeplatform en gebaart dat ik erbij moet komen zitten. Nieuwsgierig stap ik af, buig op zijn Thais met gevouwen handen op borsthoogte en neem plaats onder het afdak. De boeren zitten in een kring met in het midden een fles rijstwijn, een gevlochten mandje kleefrijst en, zeggen ze, twee lokale specialiteiten. Het blijkt rauw vlees te zijn van de waterbuffel en de befaamde papajasalade. ‘Mai phet?’, vraag ik nog. Nee, het is niet pittig, gebaart mijn buurman. Ik probeer een reepje vlees en een hap van de salade en weet meteen dat het mis is.

Vijf minuten later zit ik met opgezwollen lippen na te snotteren op de rand van het platform. Eigenlijk kan ik best tegen pittig eten, maar de Thai spelen dit spel op het hoogste niveau. Wat voor hen normaal is, betekent voor mij brandalarm. De mannen verzekeren me lachend dat een teug rijstwijn zal helpen om de brand te blussen. Gelukkig krijg ik ook het mandje met kleefrijst aangereikt, wat een veel beter idee is. De pijn en tranen trekken langzaam weg en ineens staat er een nieuwe portie papajasalade voor me. Ik weet niet waar ze die zo snel vandaan toverden, maar deze is waarlijk mai phet en smaakt geweldig.

De oudste boer hakt nog wat buffelvlees met een kleine bijl in stukken. Het afval verdwijnt onder het platform en de fles rijstwijn gaat rond. Mijn date met de muggen stel ik uit tot vanavond en zonder zorgen fiets ik weer het bos in.

Thaise papajasalade

De ultieme Aziatische combinatie van zoet, zuur, pittig, zout en hartig in deze salade komt pefect tot zijn recht met deze onrijpe vrucht. Gebruik in geen geval rijpe papaja!

Ingrediënten voor 4 personen

1-4 rode pepers (rawit), zaadlijsten verwijderd|2 teentjes knoflook|2 el (palm)suiker|2 el limoensap|3 tl vissaus|4 el geroosterde pinda’s|2 el gedroogde garnalen|10 cherrytomaatjes, gehalveerd|200 g kousenband (of sperziebonen), in stukjes van 4 cm|1 grote onrijpe papaja, schil en zaadjes verwijderd (vervang door onrijpe mango, meloen of zelfs komkommer, rettich, kool of wortel indien niet verkrijgbaar)|een halve komkommer, over de lengte in vieren gesneden|

  1. Stamp met een vijzel de rode peper en knoflook tot deze goed geplet zijn.
  2. Voeg dan de suiker, limoensap en vissaus toe en stamp verder tot de suiker is opgelost.
  3. Voeg de pinda’s, garnalen, tomaten en ongekookte kousenband toe en blijf zachtjes stampen met de vijzel om het vocht uit de tomaten te krijgen en de kousenband licht te kneuzen.
  4. Rasp de papaja tot je een flinke handvol per persoon hebt en meng alle ingrediënten in een grote kom.
  5. Garneer met een groot stuk komkommer en meer geroosterde pinda’s naar smaak.
  6. Serveer de salade met kleefrijst

Voor vegetariërs :

Voor vegetariërs :
Laat de garnaal weg en vervang de vissaus door lichte sojasaus.