Turkmenistan: in de karavanserai

Noosh-e-Jaan

Als tiener zat ik al gebogen over kaarten van de oude zijderoute. Ik droomde over karavanen, woestijnen en de reizen van Marco Polo. Ook tijdens de eerste maanden van mijn reis voelde het alsof het avontuur in Turkmenistan pas echt zou beginnen. Vandaag sta ik te popelen aan de grens.

Maar helaas, net als 700 jaar geleden is een tocht door de woestijn geen sprookje, zeker niet in Turkmenistan anno nu. Marco Polo reisde met een gouden hanger van Koeblai Khan die hem overal toegang verschafte, maar de grote leider van vandaag houdt niet zo van pottenkijkers. Daarom zit ik met een handgeschreven sticker in mijn paspoort die me vertelt dat ik vanaf de grens welgeteld 100 uur de tijd heb om naar de andere kant van het land te fietsen, dwars door 650 kilometer woestijn. Dat wordt trappen dus. Gelukkig ben ik niet alleen. Fietsreiziger Laurens uit België heeft dezelfde missie, dus we gaan samen de uitdaging aan.

Zo fietsen we van ‘s ochtends vroeg totdat we ver na zonsondergang echt niet meer kunnen. Uitgeteld stoppen we midden in de stikdonkere woestijn, zetten ons kamp op en staren levenloos in het vuur terwijl we ons zelfgekookte prutje eten. Koortsachtig en met zware benen stappen we de volgende morgen weer op de fiets. Marco Polo schreef dat mensen in deze streek waanbeelden krijgen en verdwalen in de woestijn. Gelukkig volgen wij een redelijk verharde weg, maar toch komen we langzaam vooruit door de tegenwind en het plotseling heuvelachtige terrein. Om de top te bereiken, maken we onszelf telkens wijs dat er aan de andere kant een Turkmeens bruiloftsfeest op ons wacht met tafels vol lekker eten. Helaas wordt onze fata morgana keer op keer verbrijzeld met het zicht op een nieuwe heuvel en een heleboel leegte, met dorre struikjes en af en toe een paar kamelen of zandkleurige hutten.

Gelukkig biedt de zijderoute een eeuwenoud netwerk van karavanserais. Deze pleisterplaatsen voor karavanen liggen van oudsher precies een dagreis per kameel van elkaar verwijderd en bieden reizigers onderdak en het beste van de nomadenkeuken. We komen erachter dat deze qua menu wat beperkt is. ‘Schaap’, zegt de potige serveerster kortaf. ‘Schaap of somsa’. Ehm, somsa dan maar? Het blijkt een goede gok wanneer ze terugkomt met een bord vol driehoekige pasteitjes uit een ondergrondse oven. Laurens en ik verschalken stapels van deze gloeiendhete somsa’s tegen onze bodemloze reizigershonger.

De serveerster ontdooit wat. Terwijl ze een volgende lading somsa’s voor ons neerzet, vertelt ze in een mix van Perzisch, Russisch en Turks dat ze hier als klein meisje tussen de vrachtwagens speelde. Nu spelen haar kinderen hier en serveert zij, net als haar voorouders, schaap en somsa aan handelaren, pelgrims en avonturiers die deze karavanserai al duizend jaar passeren. Aangesterkt door deze hartige, warme snack stappen we weer op. De grens voelt ineens een stuk dichterbij.

Turkmeense somsa

De bereidingswijze van deze somsa’s is volgens de legende al meer dan 5000 jaar niet veranderd.

Ingrediënten voor 20 somsa’s

500 g lams- of schapenvlees, heel klein gesneden (of gebruik gehakt)|3 uien, fijngehakt|zout en peper|2 tl komijnzaad|50 g roomboter|500 g bloem, gezeefd|1 ei|zwart en/of wit sesamzaad|

  1. Meng het vlees met de ui, zout, peper en komijn en zet 30 min. in de koelkast.
  2. Smelt de boter op laag vuur.
  3. Meng de bloem, zout, gesmolten boter en 300 ml water in een kom en kneed dit in 5 tot 10 min. tot een zacht deeg. Dek het deeg af met een vochtige theedoek en laat 15 min. rusten op kamertemperatuur.
  4. Bestrooi het werkblad met bloem, verdeel het deeg in 3 ballen en rol elke bal uit met een deegroller tot het deeg zo’n 3 mm dik is.
  5. Snijd cirkels uit met een diameter van zo’n 12 cm (ter grootte van een cd) tot al het deeg op is. Verwarm intussen de oven voor op 200 graden.
  6. Schep 1 eetlepel van het vleesmengsel in het midden van elke cirkel.
  7. Maak dan een driehoek door eerst de onderste helft van de cirkel over de vulling heen te vouwen. Breng vervolgens de linkerbovenkant schuin naar het midden toe, gevolgd door de rechterbovenkant. Sluit de driehoek goed af.
  8. Leg de somsa’s op een met olie ingevette bakplaat met de gladde kant omhoog.
  9. Klop een ei los met 2 eetlepels water. Smeer de bovenkant van de somsa’s hiermee in en bestrooi met sesamzaad.
  10. Bak de somsa’s 20 min. op 200 graden bovenin de oven. Verlaag dan de temperatuur naar 175 graden en bak nog eens 15 tot 20 min. onderin de oven.
  11. Serveer als snack of voorgerecht.

Voor vegetariërs:


Vervang het vlees door 400 g pompoen (in kleine blokjes) of een combinatie van 3 aardappelen (in kleine blokjes) en 2 handen verse spinazie (fijngehakt).