Verslag uit de koelkast

Eigen werk

Lekker, wolkjes blazen vanuit je eigen bed. Ik lig diep ingepakt in mijn mummieslaapzak en zie dat het langzaam licht wordt aan het Cildirmeer in Noord-Turkije. Een van de lastigste momenten van de dag is aangebroken: ik moet mezelf uit mijn behaaglijke nest wringen en me omkleden in de vrieskist waarin ik zojuist wakker werd. De winter is gekomen, en op 2000 meter hoogte betekent dat bewegen of kou lijden. Gelukkig heb ik hulp..

Ik schiet als een speer in mijn klaarliggende shirt en jas terwijl ik mijn benen nog even spaar voor de kou die komen gaat. Ik creëer wat wrijving in de jas en zonder veel warmte te verliezen heb ik de sprong overleefd. Vanuit mijn donzen winterslaapzak in mijn donzen winterjas die ik van Raoul van het Noorse merk Bergans meekreeg voor mijn fietstochten in de hoge Pamirs, de Hindu Kush en de Himalaya. Nou, ik test hem toch maar vast uit in Turkije, waar de winter net is aangebroken en ik mijn best doe om voor de vroeg vallende sneeuw uit te vluchten naar Iran. Onder mijn jas zit een shirt dat voor mij een enorme openbaring was. Op het eerste gezicht een t-shirt als elke andere, maar gemaakt van merinowol. Dat is superwarm, het prikt niet en het grootste wonder: het is soort van zelfreinigend. Het zal wel komen omdat het een natuurproduct is enzovoorts, ik snap het niet helemaal, maar zoals Raoul me beloofde bij vertrek: je kan hier wekenlang in fietsen zonder het shirt te wassen.

De eerste twee maanden in Europa waren heet. Het was volop zomer en ik kan me menige zware dag op de zinderende Hongaarse poesta, de Roemeense bergen of aan de Oekraïense kust herinneren dat ik het gevoel had dat ik bijkans leeg aan het zweten was. Toch was het goed vol te houden, en hoefde ik me na een lange dag in het zadel geen zorgen te maken voor vluchtneigingen uit mijn eigen tent vanwege de geur van mijn shirt. In tegendeel, ik waste me vaak voor ik mijn slaapzak inkroop en dook de volgende dag weer zonder probleem in hetzelfde shirt. En de volgende dag, en de volgende week ook nog. Ik realiseer me dat bepaalde hygiënestandaarden van thuis wat kunnen vervagen op zo’n lange reis, maar sorry dames, ik heb nog maar een paar keer de was gedaan de afgelopen vijf maanden. Dat komt omdat mijn shirts, een zomerhemd, mijn ondergoed en sokken allemaal van die wonderlijke merinowol zijn. Doordat je zo weinig hoeft te wassen, heb je weinig nodig, en dat wil je als reiziger. Zo min mogelijk pakvolume.

Ik mag van geluk spreken dat ik zulk goed advies heb gekregen vooraf, want ik was serieus van plan een dikke winterjas mee te nemen naar Tadzjikistan. Dat zware ding had ik dus de hele zomer met me mee moeten zeulen, toeziend hoe dit ongebruikt een halve tas in beslag zou nemen. Raoul verlichtte me met het principe van de ui. Laagjes die je over elkaar aantrekt als het koud is en van je afpelt als het warm is. Zo heb je geen nutteloze, logge en dikke kleding nodig, maar heb je dunne laagjes over elkaar aan. Ik vind het prachtig. Het begint met een onderlaag van die mooie merinowol en eindigt meestal met een dun, lichtgewichtjasje dat ik van Raoul meekreeg met de mooie naam Glittertind. Er glittert naar mijn idee niet zoveel aan, maar het is een geniaal jasje. Het houdt wind en water buiten de deur en het mooie is dat je onder de oksels ritsen kan opentrekken voor extra ventilatie. Het is serieus mijn eerste regenjas waarin ik me niet kapotzweet en me benauwd voel, geen overbodige luxe op een lange fietstocht.

Ik realiseer me dat de echte vuurproef nog moet komen in het echte hooggebergte, maar de Europese zomer en Kaukasische winter heb ik mede dankzij mijn uitrusting goed doorstaan. Op naar dat volgende level!